Allergie
maart 19th, 2010 | RSS Feeds | Geplaatst in: columns 2010Het is net twaalf uur geweest. Op het schoolplein vliegen en fladderen nog altijd kinderen heen en weer. Gekwek en gesnatter. Het voorjaar is vandaag begonnen. Twee kleuters staan tegenover elkaar. De jassen hangen open en het vanochtend zo zorgvuldig gekamde haar hangt in vette slierten om het hoofd. Er wordt druk overlegd, armen zwaaien rond en een voet stampt op de grond. Nog een keer stampen en dan draait onze jongste zich resoluut om en komt in een drafje naar het hek. ‘Myra mag niet bij ons komen spelen.’ Langzaam wordt haar gezicht rood en ze begint hartverscheurend te huilen…Ik til haar over het hek en houd het hoopje ellende in mijn armen. Na een paar minuten met gierende uithalen bedaart ze wat. Hikkend herhaalt ze het ongeluks-mantra: Ze…mag…niet…met ..mij… En dan komen de tranen opnieuw. Het schoolplein is op een vergeten broodtrommel na leeg. Een groene waas hangt over de bomen. Mijn fris gewassen voorjaarsjasje is doordrenkt van de warme tranen. Een spoor van snot siert de revers. We lopen langzaam naar huis.
‘Waarom mag ze niet komen?’ ‘Ze is allergisch, dat weet je toch wel!’ Fel kijkt ze me aan. Ik zie dat de snotslierten in de warme voorjaarszon aardig aan het opdrogen zijn. ‘Allergisch, voor wat dan wel?’ Ze haalt haar schouders op en schudt haar hoofd. ‘Ik weet het niet, voor kippen geloof ik of voor katten.’ ‘Nou dat weer,’ brom ik, ‘de kippen zitten in hun hok en de katten liggen de hele ochtend al te knorren op de vensterbank. Daar heeft ze toch geen last van?’
Ze zucht. ‘Het kan ook wel zijn voor kiwi, pitjes of voor de dingetjes die in brood zitten. Trouwens, melk mag ze ook niet. Wel Fristi. En weet je, ze is ook allergisch voor hamburgers. Echt. Voor het broodje dan. Hè… mam, waar ben ik eigenlijk allergisch voor?’
‘Jij? voor niets’, antwoord ik resoluut. Ze laat mijn hand los en schopt tegen een opstaande stoeptegel. Ik krijg het nu ook warm en knoop mijn jas open. ‘Maaarrr, je hebt wel eens rode pukkeltjes gekregen van stickers die je op je buik had geplakt.’ ‘Echt?’ Blij kijkt ze me aan. Als we thuis komen rent ze de trap op naar boven. ‘Ik ga even stickers zoeken. Cool, ik ben ook allergisch. Mag ik straks Myra bellen?’