Alvin
januari 4th, 2010 | RSS Feeds | Geplaatst in: columns 2010Vakanties; die periodes van het jaar dat je verzucht: ‘Wat hebben we het toch goed met elkaar.’ Geen wekker hoeven zetten, lekker de hele krant uitspellen, praatjes maken met de buren, een paar vrienden bezoeken, heerlijk. Wat een rust, denk je nog. Vrije dagen zijn voor mij het toppunt van de feestdagen maar kinderen denken anders over vrijetijdsbesteding. En dan kan het gebeuren dat je jezelf terugvindt in de zaterdagmatinee. Halve emmer popcorn tussen de benen en flesjes Fristi in de handen. Voor de lampen zachtjes dimden ontwaarde ik in het schemerdonker de andere bezoekers; moeders met naast hen – ook op felgekleurde stoelverhogers – de kinderen vol verwachting starend naar het zwarte scherm. Even was ik nog van plan geweest om lekker onderuit te zakken in de rood pluche stoel en de ogen te sluiten, maar helaas. In knetterharde stereo sneden de nasale piepstemmetjes van een drietal dwarse eekhoorns door de tere kinder- en moerderziel. Allemaal onder begeleiding van aanstekelijke Motown en Gouwe Ouwe hitjes. De jongste zat op het puntje van haar stoelverhoger zodra Alvin, de leader van het stelletje in beeld was, zooooo schattig. De ogen groot en bruin, een snuitje zo zacht en een heerlijk bol buikje onder een rode hoodie met gelockte ‘A’. Voor de film goed en wel van start was gegaan was de literbak zoete popcorn al twee keer tussen de stoelen gerold. ‘Kijk mam, hij kan ook op de kop…’ De jongste dook er meteen achteraan en propte het spul met zand en stof snel in haar mond. Met als gevolg dat de oudste een greep deed naar haar popcorn. ‘Tut-tut’, één van de moeders voor me gaf ons een bestraffende blik en verpulverde met haar voeten de popcorn onder haar stoel.
Simon, Theodoor en Alvin, je zou ze het liefst in een kooitje willen hebben. Na een kwartier was het duidelijk wat er te gebeuren stond. De jongens kregen drie eekhoorn-meisjes als concurrentie en tussendoor fietste nog een slechterik, de manager van de meiden. Nog ruim vijf kwartier zou het duren tot aan het swingende einde van de film. Ik hing achterover in de stoelen, het hoofd in de kussens, mijn stuitje ontziend en liet het allemaal gebeuren. PAUZE. Ruw werd het licht in de zaal aangedaan. ‘Is het al afgelopen’, vroeg de oudste, ‘m’n Fristi is ook al op, mag ik er nog een?’ Moeizaam kwam ik uit de stoel omhoog en samen voegden we ons bij de lange rij voor het buffet. Met twee nieuwe flesjes in de hand haastten we ons naar de zaal waar het intussen al weer donker was geworden en Alvin vol vuur op z’n gitaar speelde. We schoven langs de stoelen richting onze zitplaatsen. De kinderen schoven op de verhogers en ik zocht met mijn hand de zitting van de klapstoel. ‘Mam, ik kan m’n popcorn niet vinden’, klonk het paniekerig in het donker. ‘Volgens mij staat-ie hier op het plankje…’ Hoe goed ik anders drie dingen tegelijkertijd kan doen, deze keer liep het anders. In het donker voelde ik hoe de Fristi langs mijn pols m’n mouw in droop, terwijl ik pijnlijk landde op de rand van de klapstoel. ‘Ik heb het al gevonden, wil je ook wat?’ Een kinderhandje duwde de plakkerige propjes gepofte maïs in mijn nog natte hand. ‘Geef niks hoor mam, ik geloof dat ik toch wel een beetje misselijk ben.’ Niet geheel gerust ging ik weer zitten, nog een half uur te gaan, wat een heerlijke vakantiedag.