Haaroloog

Voor mij op tafel ligt een vriendenboekje. Nieuwsgierig verdringen de twee oudsten zich boven de volgeschreven bladzijden. ‘Ha, ze willen allemaal prinses of brandweerman worden’, snuift de pre-puber. ‘Dat wilde jij ook op die leeftijd’, corrigeer ik haar. ‘Nee, hoor ik wil al vanaf m’n vierde chirurg worden!’ ‘En ik logopediste’, vult nummer twee haar aan. Ik buig me over het tweetal en lees mee. Onder een vrolijke vakantiekiekje staat beschreven hoe lang de vriendschap al bestaat, wat je de ander allemaal toewenst en bij wie je het laatst hebt gespeeld. De toekomstige beroepen mogen ook worden ingevuld. Na een aantal dagen kom ik het boekje bij het opruimen opnieuw tegen. De jongste heeft het samen met haar zes jaar oudere zus ingevuld: ze kennen elkaar van school…hebben samen nog in de bouwhoek gespeeld en …ze wil later haaroloog worden. Het kriebelige handschrift van zus laat niets aan de fantasie over. Sinds een aantal jaar worden de opleidingen steeds ingewikkelder. Het scala aan beroepen breder en de toekomstverwachtingen hoog gespannen. Ik zie om me heen kinderen vertrekken naar hogescholen, universiteiten en andere opleidingen van niveau. Maar wie gaat straks nu mijn brood bakken, of mijn koelkast repareren? Een hele generatie leerpleinkinderen kaften geen boeken meer maar schakelen slechts hun laptop in om het huiswerk naar de docent te sturen. Allemaal prima maar wat is nu een haaroloog? Ik raak de weg nu echt een beetje kwijt. Boven op de slaapkamers hangt een walm van nagellak en aceton. De nagelstylist heeft haar kleine zusjes met vriendinnetjes op een rijtje voor haar deur zitten. ‘Goh, wat kan jij dat goed, wil je later een eigen nagelstudio?’ Een meisje met kunstig ingevlochten haren kijkt onze tiener aan. Misprijzend antwoordt deze: ‘nee maar wel chirurg.’ Ach ja. ‘Wat is nu een haaroloog’, ik zwaai met het vriendenboekje. Ze zucht. ‘Dat is iemand die je haar wast, knipt en föhnt.’ ‘Je bedoelt een kapster?’ Vermoeid kijkt ze me aan. ‘Het mag ook haartherapeut zijn hoor’, vergoelijkt ze het nog. Nee, nu snap ik het. Opgelucht loop ik de trap af naar beneden.

Stem of voeg toe aan :