schoonheid
april 14th, 2010 | RSS Feeds | Geplaatst in: columns 2010Ik scheur het goudkleurige envelopje ongeduldig open. De scherpe rand maakt een geniepige snee in mijn wijsvinger. ‘U heeft 55 punten bij ons gespaard en daarom krijgt u deze waardecheque van 12,50 euro.’ 55 punten? Twaalf en halve euro? Hier heb ik vijf jaar lang trouw mijn peperdure crèmes, geurtjes en andere smeersels gekocht. In weer en wind. Voor mezelf, mijn lief en de rest van de familie. Met twaalf en halve euro kan ik in die zaak nog geen fatsoenlijke mascararoller kopen! Een dikke druppel bloed valt op de grond. Met mijn niet gewonde hand grijp ik de telefoon om het nummer van de parfumerie te bellen.Ik haal diep adem en na een lang en onbevredigend gesprek noteer ik in mijn agenda een voorjaarsbehandeling à raison van 25 euro. Een week later loop ik over het hoogpolige tapijt van ‘de salon’. Vol verwachting op wat gaat komen laat ik me vallen in de behandelstoel met een pastelkleurig theerozen motief. Aan weerskanten staan twee zeer verzorgde specialistes. Make-up professionals concludeer ik snel. Dit wordt een serieuze aanpak. Ik sluit mijn ogen en luister naar de gesprekken die op gedempte toon worden gevoerd in de andere behandelkamertjes. ‘We gaan eerst uw huid eens lekker reinigen’, hoor ik de linkerkant zeggen. ‘Dat is zo te zien ook wel nodig’, voegt de rechterkant eraan toe. Rookt u ook? Eet u veel rood vlees? Alcohol of misschien stress op het werk? Ik denk na en mompel wat onverstaanbaars. ‘Eerst trekt deze milk diep in uw poriën, dat prikt wel even’, waarschuwt links. ‘Maar wie mooi wil zijn moet er wat voor over hebben’, hinnikt de rechterkant erachter aan. Stevig masseert ze een dikke vette crème op mijn wangen. ‘Hierna gaan we nog wat epileren. U bent donker, dus dat is dat zal wel even duren’, sist de rechterkant. Ik probeer mijn ogen open te doen om te zien welke masochisten ik naast mijn stoel heb staan maar twee met tonic doordrenkte watjes maken dat onmogelijk. ‘Dat doen we met een hele zachte hars.’ Links is beduidend milder in de aanpak. Gerustgesteld laat ik me meevoeren op de zachte tonen van een of ander Frans zangeresje. De hars wordt in mijn halslijn aangebracht met een dikke kwast. Zachtjes neuriet de linkerkant. Rechts is stil. ‘Nu even laten afkoelen en dan halen we het er weer af’, klinkt het plotseling opgewekt van rechts. Rechts? Gewaarschuwd grijp ik de leuning van de stoel vast. In stereo voel ik nu hoe lange, gemanicuurde nagels een randje loskrabben en dan in één vlammende beweging de hars van mijn kaak aftrekken. Christus-me-zielen! De tranen springen in mijn ogen, de watjes lopen over en ik heb het gevoel alsof mijn huid in flarden langs mijn hals hangt. ‘Dat viel wel mee, hè?’ De synchroonharsende heksen drukken er snel een koude washand op. Ik voel hoe de hitte de washand absorbeert. Als ik een kwartiertje later langs de wand met crèmes loop vervloek ik mezelf. Met een nieuwe spaarkaart in mijn jaszak sta ik op straat. In de etalagepui zie ik met brandende ogen mijn roodgeschrobde gezicht met halverwege een brede baan van kleine vurige pukkeltjes. Voor de komende jaren ben ik gereinigd. Zo fijn om vrouw te zijn!