Stoer
april 1st, 2010 | RSS Feeds | Geplaatst in: columns 2010Achter het huis is een hoekje waar je heerlijk met je kop in de zon kan zitten. De haag is er net dik genoeg. Met mijn benen op de plantenpot met rottende violen geniet ik van de eerste voorjaarszon. In de ramen van de keukendeur zie ik hoe onder de zorgvuldig gefabriceerde pruik de grijze haren vandaan komen. Grotegriebus: dat ding moet eraf! Binnen een aantal tellen heb ik mijn altijd praktische thuiskapster aan de telefoon. De pruik ligt als een levenloos geval op de trap, wachtend om mee naar boven genomen te worden en onder in een donkere lade te verdwijnen. Samen met de kapster buig ik me over de kleurenkaart, ik kies een nummertje en ze mengt de verschillende tubes door elkaar. Het plastictafelkleed gaat op de vloer, ik leg een oude handdoek over mijn schouders en neem plaats op de wankele triptrap stoel. Als de verf mijn grijze mollenvelletje een natuurlijk bruine kleur heeft gegeven kijk ik keurend in de spiegel. Mmm. Het is niet veel, maar genoeg. Dit ben ik. Met mijn hand strijk ik over de korte haren. Aan de vingertoppen smeer ik wat ‘mud’ om de millimeters haar te bewerken. Het is net echt. ’s Middags sta ik voor het schoolplein te wachten op de kinderen. ‘Jee, wat staat je dat stoer. En helemaal niet grijs. Je lijkt wel op dat zangeresje uit Ierland.’ Ik draai wat rondjes, lach en grap wat om me heen. Ondertussen is de zon verdwenen en is het guur beginnen te waaien. Even mis ik hem. Mijn pruikje. Maar dan trek ik mijn capuchon over mijn hoofd en loop door de menigte naar huis. ‘Ik vond je andere haar toch mooier, mam.’ Verrast kijk ik naar mijn dochter. ‘Je lange haar, van voor de operatie.’ Gedachteloos draait ze kringetjes om de kruin op zoek naar een uitweg in het doolhof. Ik twijfel of ik er wel goed aan heb gedaan om er weer zo bloot bij te lopen. Opeens is het allemaal weer heel erg openbaar, voor iedereen zichtbaar. ‘Vind je het dan niet stoer?’
Ik hoor het mezelf zeggen en kan mezelf wel voor mijn hoofd slaan. Natuurlijk weet ik het antwoord al. Nee, niks stoer of sterk. Gatver. Het is gewoon zoals het is. Die pruik, het doekje, het hoedje en nu de korte coupe, er valt niet veel te kiezen. En stoer wil ik helemaal niet zijn. Een stoere vrouw of moeder, daar heb ik toch wel hele andere beelden bij. Zo’n vrouw die samen met haar klopboormachine een tegelvloer eruit beukt of die op zatermiddag tussen de buien door achter het huis een straatje legt. Dat is stoer. Ik kijk nog maar eens in de spiegel: ik vind het niet mooi. Toch ben ik er wel heel blij mee en om heel eerlijk te zijn: ik voel me best een beetje stoer. Het getut elk seizoen om de vraag ‘wordt het kort of blijft het lang’ is even niet meer nodig. Ik ga elke maand opnieuw de centimeters bewonderen en hopen op een mooie krul.
Ik vind het ook stoer! Troost je met het feit dat de meeste vrouwen niet blij zijn met hun coupe ;- ) Of zoals de Amsterdamse homo in een bruidsjurkenwinkel ooit tegen mij zei: “En meid je hebt natuurlijk fluthaar, maar daar kan een kapper best wat van maken!”