Kiespijn
oktober 19th, 2011 | RSS Feeds | Geplaatst in: Columns 2011Ik sper mijn mond wijd open. Voel ik daar nu weer die zeurende pijn en ruikt ik niet een beetje raar uit mijn mond? De gedachte aan de halfjaarlijkse controle bij de tandarts bezorgt me allerlei klachten en kwaaltjes. Maar ik ben niet bang voor de tandarts. Ik niet. Tegenwoordig zijn de meeste tandartsen zich bewust van die stress en pakken het allemaal heel verantwoord aan. De spanning wordt heel voorzichtig opgebouwd. Eerst krijg ik je zo’n schattig kaartje met een blinkende witte kies in het gladde karton gestanst in je brievenbus. Na een week krijg ik een keurige mail. Met een tekst die nu een ietsepietsje dringender is: ‘U weet inmiddels dat, etc.’ Enigszins schuldbewust trek ik het keurige kaartje onder de stapel vandaan en bel voor een afspraak. Vervolgens ontvang ik nog een nieuw bericht met de post wanneer ik wordt verwacht. Prettig geregeld. Bij binnenkomst wordt ik welkom geheten door de gouwe ouwe muziek van Sky radio. Op de riante leestafel liggen de meest uiteenlopende luxe leesbladen. Hier kan ik me wel vermaken. Ik verdiep me in de nazomer op een Grieks eiland. Verstoord kijk ik op als een van de assistentes mij komt halen. Vrolijk babbelend dat het vandaag zo’n gekke dag is, en dat ze hier nu al maandje werkt. Met een ruk gaat de stoel omlaag en hang ik met mijn hoofd omlaag. Druk doende wordt ‘de kaart’ gezocht. Dan ontstaat er een kleine paniek. U bent geen meneer… Nee, knik ik, dat klopt: ik heb geruild met mijn man. ‘O, natuurlijk’, zucht de assistente. In haar ogen de blik dat ze de draad volledig kwijt is. Ik voel de warmte vanuit mijn hals omhoog trekken. Nu is mijn man een heftig geval voor de tandarts. Door zijn complexe wortelkanaalbehandelingen, zenuwontsteking en appexen weet ik hoe erg het allemaal kan zijn. Eén van de collega-assistentes buigt zich over het computersysteem. ‘Nou moeten de gegevens van meneer worden vervangen door de gegevens van mevrouw… Het kan toch niet zo moeilijk zijn’, zucht de nieuwkomer. Intussen lig ik alle plinten aan het plafond te bewonderen. In de horizontale stand kan ik de boortjes, haakjes en de slangetjes nog altijd goed zien. ‘Je moet natuurlijk even de gegevens ‘saven’ en dan kan je ze plakken’. Ja-ha, zucht het groentje. Ik schuif voorzichtig over het skai van de stoel. De warmte maakt me plakkerig. ‘Heb ik net ook gedaan’. ‘Nee hoor, dat heb je niet gedaan want nu kan ik ze niet meer vinden’, antwoord de ander snibbig. ‘Hoezo?’ Ik doe mijn ogen dicht en voel de spanning oplopen en tel langzaam tot tien. Eenmaal buiten stop ik hoofdschuddend de afsprakenkaart voor ‘meneer Van der Linde’ diep onder in mijn jaszak, tot over een half jaar!
Heel herkenbaar Annemieke…..:)