Berg op
juli 16th, 2012 | RSS Feeds | Geplaatst in: Columns 2012‘ Ik geloof nooit dat ik hier ooit normaal over kan praten’, met dichte neus en samengeknepen keel probeer ik te slikken. Als een foto uit een ver verleden komt het beeld boven drijven. Alweer drie jaar geleden had ik dit gesprek. Intussen gaat het leven door, krabbel je weer overeind en pakt de draad weer op. Tot dat. Totdat je geconfronteerd wordt met berichten over het kankerevenement op de Alpe d’Huez. In de strijd tegen kanker gaan honderden mannen, vrouwen, kinderen de reus in de Alpen bedwingen. Niet een keer maar wel zes keer rijden ze zichzelf leeg op deze harde granieten rots. Ik snotter bij elk bericht, schud rillerig mijn schouders en probeer zenuwachtig de herinnering van me af te schudden. Opeens ben je weer lid van die club. Die club waarvan je volgens de spraakmakende sportman Lance Armstrong, voor het leven lid van bent. Royement uitgesloten. Wat kan je doen behalve geld doneren en de sporters aandacht geven in de media? Veel meer dan dat kan ik niet. Wat zou je willen doen is een andere vraag. Mijn gedachten glijden weg naar het berglandschap waarin achter de kalklijn op het asfalt opgewonden de deelnemers wachten. Bij een van de eenentwintig haarspeldbochten geef ik één van hen voorzichtig een zetje, ‘nog even volhouden, je redt het wel’, fluister ik in het oor. ‘Gun hen de privacy’, zeg ik tegen de man die met een camera net wat te dicht bij komt. Zelfverzekerd help ik mee een weg vrij te maken tussen alle toeschouwers. Ik voel me één met de rijders, voel me één met de toeschouwers. Na de finishlijn doe ik tien stappen naar achter. Ik kijk. In de armen van hun naasten ontladen de emoties zich. Ik zucht diep en sjor dan mijn rugzakje op mijn rug. Langzaam loop ik het pad berg af. Na de laatste bocht hoor ik het kwetteren van de vogels en voel hoe de zon aan kracht wint. Nog één keer draai ik me om en kijk naar de berg. In gedachten was ik er bij, meer kan ik niet doen.