Kakzak
februari 29th, 2012 | RSS Feeds | Geplaatst in: Columns 2012Ik woon graag in een dorp. De gemoedelijkheid, het onderlinge contact en de nuchterheid spreken mij aan. Is er wat aan de hand, dan loop je naar je buur toe en los je het samen op. Een tijdje terug liepen we in de grote stad Den Haag. Schitterende gebouwen, mega torenflats en imposante architectonische hoogstandjes. Daar tussen verlaten, gure pleinen bestrooid door overal hoopjes hondenpoep. De gordijnen hermetisch gesloten, behalve een schuifelende zwerver bij de glas, geen mens te bekennen. Honden en hondenpoep, een grote ergernis. Sinds een jaartje hebben we ook zo’n stinkend, lief hondje. Elke dag een paar keer met hem lopen hoort er dan gewoon bij. ’s Ochtends vroeg wandel ik met de ogen nog dik van de slaap mijn favoriete wandelgebied in. Zachtjes fluit ik een totaal onbekend deuntje. Nietsvermoedend haak ik de riem los en hang het om mijn nek als een hardcore kynoloog. Luid blaffend staat onze aanwinst voor een klein bordje op het gras. De haren in een borstel op zijn rug. Ik buk me en lees ‘Wij zijn het schijtziek’. Verward kom ik overeind. Dan pas vallen de tientallen borden, papieren en tekeningen mij op. De natuurlijk aangelegde groenstrook staat bezaaid met teksten met de woorden; kak, schijt, stront, drol etc. Zo nog voor het ontbijt word ik er enigszins misselijk van. Het openbaar groen is vergiftigd van uitingen van burgerlijke irritatie. Ik kijk om me heen, de riante woningen staan te pronken in het ochtendlicht. De vouwgordijnen zijn naar beneden, daarachter het blauwe licht van de televisie met een kinderprogramma. Wat een rust, wat een genoegen om hier te wonen. Onbehaaglijk loop ik door. Het hondenpoepzakje stijf in mijn hand geklemd. Vanachter de ramen zie ik een schaduw bewegen. Ik versnel mijn pas en sleur het beestje mee naar huis. Samen met de kinderen bedenken we een anti-campagne ‘Ach wee mijn kleine dreutel laat zo graag een keutel’ of ‘Al is mijn hondje nog zo klein, uw harde woorden doen hem pijn’. We lachen er maar eens om. Nu maar hopen dat er door de boze buren ook wordt gelachen bij het maken van hun teksten, ik twijfel eraan. Jammer.