De Woldberg
november 12th, 2009 | RSS Feeds | Geplaatst in: Columns 2009, novemberHet is mistig, de autoramen beslaan en ik geef de airco een flinke draai. Alles is nat, de bomen, de bladeren op de grond en de fietsers die stuurs langs de auto laveren. Een doordeweekse dinsdagochtend en er staan welgeteld tien auto’s op de ruime parkeerplaats midden in het bos. Ik ben één van de gelukkigen die in deze druilerige herfstochtend de vochtige boslucht kan inademen, door de zompige sporen van het ruiterpad kan springen terwijl mijn laars zich vastzuigt en pesterig blijft staan in de modder. Onderweg zijn we het plaatsje Tuk gepasseerd, lage hobbyboerderijtjes met nog nèt niet genoeg truttigheid om door westerlingen gekocht te worden en daarbij: welke allochtoon wil er nou in Tuk wonen? Het theehuis is gesloten en de punt van de houten uitkijktoren verdwijnt in de mist. Tijd voor een herstelwandelingetje. In het kader van herstel en balans heb ik zo mijn eigen revalidatieprogramma en verplicht ik mezelf om elke dag te wandelen. Vaak alleen maar vandaag een keertje niet. Na weken van hetzelfde rondje met onderweg ontmoetingen met dezelfde mensen met hetzelfde praatje en hetzelfde hondje besluit ik mijn wereld wat groter te maken. We staan op de Woldberg, in de kop van Overijssel, zesentwintig meter boven NAP, met de Woldberg als flinke puist. Duitsland is nog net niet zichtbaar. De ANWB heeft hier flink huisgehouden, om ons heen staan in alle kleuren en maten borden, paddenstoelen en informatiepanelen. Mmm, worden het de gele, de rode of de blauwe paaltjes? Lekker belangrijk. Ik doe mijn ogen dicht en draai rondom m’n as, de neus gaat richting rood. Rondom ons zien we lage wallen en veel hoge beuken waarvan de compacte stammen glimmend nat zijn. Ik hou van het bos. Na een kwartier slalommen om de heuveltjes staan we voor het eerste informatieverzamelpunt. Wist u dat wij ons hier op een stuwwalcomplex bevinden ontstaan in de laatste ijstijd, het Saalien? Nu word ik pas echt wakker. Bomen zijn leuk maar verhalen zijn mooier. Het landijs kwam helemaal vanuit Scandinavië tot aan Noord Nederland. Moeilijk voor te stellen nu we alleen nog ijskappen kennen die smelten en er elke minuut een ijsberg in het koude water verdwijnt. Ik zoek mijn weg door het blad, adem de zuurstof in en zoek mijn balans langs de slingerpaadjes over de heuvels. In de verte zien we de spitse contouren van een kerktoren, we volgen de rode paaltjes en prompt worden we verrast door een nieuw informatiebord. Met de handen diep in de zakken lezen we over de wandelpaden op de Woldberg: ze zijn aangelegd met behulp van puin afkomstig na het bombardement op Rotterdam. Het resultaat is een diversiteit aan plantjes die je elders in Overijssel niet aantreft (maar wel in Rotterdam). Het was me niet opgevallen. Op het paneel zien we een zwartwitfoto van een stad in puin, brandend en verlaten. Bijna zeventig jaar geleden. Een lange tijd. Plotseling staan we op een driesprong, hier kruist geel met blauw en rood, nu wordt het lastig. De kortste route naar de auto is met rood. In de verte zien we een groepje regenjassen met een schepje bij een groep bomen staan. Ontdekkers van een nieuwe soort? Wellicht de Rotterdamse straatvaren? Het is harder gaan regenen, zelfs door mijn fleece muts voel ik de kou. Binnen enkele minuten staan we op de parkeerplaats, dezelfde auto’s nog altijd wachtend op hun eigenaren. Nu pas valt ons het groene bord op, ik twijfel; nog meer informatie? Welja, voorbeeldige wandelaars van de rode ANWB route, een laatste keer dan. Een eeuwenoude sage verhaalt over een jonkheer die tijdens een zware storm op de Zuiderzee met zijn bootje is vergaan. De Zuiderzee reikte helemaal tot de Woldberg. De arme man verdronk in het wassende water en met hem zijn lading; een kist met goudstukken. In de verte zie ik een groepje mountainbikers in strakke pakken de eerste heuvel afdenderen. Ik adem in en weer uit, wat een goed begin van de dag.