determineren
juli 1st, 2009 | RSS Feeds | Geplaatst in: Columns 2009Als je heerlijk in je korte broek met de voeten in plastic teenslippers over de camping flaneert kom je van alles tegen. Elk jaar kijk ik mijn ogen uit tijdens de warme weken ver weg van werk, clubjes en familie. Ik weet niet of het komt door het niets doen of mijn scherpe blik, maar op de camping voel ik me als een bioloog die een apenrots bestudeert. Zo ook vorig jaar. Na een mensonterende nachtelijke jakkertocht kwamen we aan op onze droomplek. De camping was zoals beloofd pittoresk en authentiek. De campingbaas een joviale vent en bij het afrekenen bleek hij ook eens nog verstand te hebben van commercie! De frietjes (koud en slap) hadden de prijs van een uitgebreid dagmenu en de rosé bleek van een heel speciale bio-boer te komen die speciaal voor de liefhebbers de takjes en blaadjes in zijn natuurproduct had laten zitten…
De dag van aankomst hang ik nog bleek van vermoeidheid bij de tent. De tweede dag voel ik de energie weer terug in mijn aders. Met een heldere blik verken ik, vanachter mijn polariodglazen, ons veldje. Het terrein is afgeladen met allemaal blij-kijkende Nederlanders uit Vught, Ommen, Naarden en Nijeveen. Links van ons een stel hardwerkende veertigers voor wie drie uur het moment van de dag is om elkaar aan te kijken en instemmend de rosé te ontkurken. Rechts van ons bleef het rustig. Nadat we de worsten hadden verbrand op de houtskool was er tegen een uur of negen eindelijk volk bij de tent. Gezeten in ultra-light relax-stoelen waren de buurman en buurvrouw in een noodvaart vlinders op het kleine scherm van de laptop aan het bekijken. Leuk, dacht ik. Mensen die van vlinders houden zijn vast ook lief voor hun buren.
Ontspannen kuierde ik naar onze dierenvrienden. De buurman, een gezonde vent van eind veertig was koortsachtig bezig achter de knopjes. Op mijn ietwat onnozele openingszin: ‘wat een leuke vlinders’, bromde hij iets wat ik niet thuis kon brengen. Maar ik laat me niet snel uit het veld slaan en ging onverstoorbaar door met poging een menselijk gesprek te voeren. “Wat zijn jullie aan het doen?”. De man keek verstoord op. Even was het stil en toen antwoordde deze rotsaap vanuit de diepte van zijn keel: ‘determineren’. Om ons heen klonken de verliefde krekels. Vanachter de bomen hoorde je het gespetter in het zwembad. De laptop kleurde het gezicht van de man en vrouw bleekblauw. Zachtjes struikelend over een scheerlijn keerde ik terug naar onze tent. In de koelbox lagen nog twee biertjes tussen de koelelementen. Tijd om ze te openen…