Organisatiekunde
september 9th, 2009 | RSS Feeds | Geplaatst in: Columns 2009, septemberDe schoolvakanties zijn ten einde en dat betekent dat we weer onder strak regime worden geplaatst. Het ritme van de dag wordt bepaald door de binnen- en buitenschoolse activiteiten, wekelijkse sport- en muziekafspraken en spontaan gemaakte kleuterafspraakjes. Het plannen en organiseren gaat, zoals valt te verwachten, niet zonder slag of stoot. Woensdagmiddag om twaalf uur staan er onder een stralende zon bij het schoolhek moeders met fietstassen vol boodschappen, oppasoma’s op stevige seniorensandalen en hier en daar een verdwaalde vader. In de loop van tijd heeft iedereen zo zijn eigen vaste staanplaats veroverd op de stoep voor de school. Als één van de laatsten arriveer ik, nog net op tijd om de rode klapdeuren open te zien gaan. De gesprekken tussen de ouders worden onmogelijk gemaakt door gillende kinderen die naar buiten rennen, de voorste troepen direct met hun teenslippers uitglijdend over het zandbakzand voor de uitgang van de school. Valpartijen, juffies die de geschonden knieën schoonmaken en de tranen wegvegen. Rugzakjes die door de lucht vliegen. Even verderop oververhitte kinderen die bekneld raken en fietsen die door de rij wachtende ouders worden geloodst. Binnen een minuut is er een complete chaos ontstaan. Woensdagmiddag betekent dat er gespeeld moet worden. En dat houdt tegenwoordig niet in op je fiets de straten doorrijden en kijken wie er die middag thuis is. Nee, het draait allemaal om ‘speelafspraken’ maken. Cruciaal voor een serieuze kinderdate is de planning: met wie, bij wie en hoe laat? Ik laat het kleine spul nog even springen en druk overleggen, wetende dat mijn pogingen om structuur aan te brengen in het kleutergesprek tevergeefs is. Ah, daar is de moeder van het nieuwe vriendinnetje. Van een afstandje komt ze zigzaggend aangelopen door de kindermeute, haar buggy raakt ingesnoerd door de riem van een jonge puppy die snel nog moet worden getoond aan de enthousiaste klasgenootjes en de juf. De vader van één van de andere vriendinnetjes is nog even bezig, hij zit in zijn op de zebra geparkeerde auto druk te telefoneren. Woensdag, papadag. Ik ben ook nog op zoek naar een kordate oma die elke woensdag met veel plezier haar kleinkinderen opvangt. Ze probeert te jongleren met een zwaar beladen rugzak terwijl ze een peuter vasthoudt die elke paar seconden zijn speen op de grond gooit. Ze veegt hem schoon aan haar broek en stopt het ding behendig weer in zijn mond. Ondertussen rennen een flink aantal kinderen weer joelend het schoolplein op, onvermoeibaar ondanks de tropische temperaturen.
Zes weken geleden stond ik op dezelfde plaats naast een vrouw in een keurige witte blouse met zilverkleurige pumps onder een donker gekleurde rok. Met de organizor onder haar armen geklemd wiste ze het zweet van haar voorhoofd. Een ringtone van ‘eine kleine nachtmusik’ liet haar in de handtas duiken om de dringende beller te kunnen antwoorden. ‘Nee!’, mopperde ze in haar iphone, ‘ik sta bij school, morgen is het vakantie en dan is het gedaan met de rust. Allemaal leuk zo’n vakantie maar niet voor mij. Gelukkig gaat Emma in september ook naar school, heb ik eindelijk m’n eigen leven weer terug!’ Verbaasd keek ik op.
De zon brandt in m’n nek en ik wacht op de kinderen die nu ergens tussen de bosjes verstoppertje aan het spelen zijn. Vanaf het klimrek hoor ik: ‘Mam, kijk eens wat ik kan.’ Met een been en een arm los hangen twee aapjes de wereld op z’n kop te bekijken. Het schoolplein is bijna leeg. De conciërge is bezig de prullenbakken te legen. Trots op mezelf dat ik zojuist na paar een ingewikkelde hink-stap-sprongen alles heb weten te regelen, besluit ik om de troepen te verzamelen. Plots zie ik de succesmoeder van Emma driftig op me af komen stappen. Ze drukt me haar visitekaartje in mijn handen: ‘Hier heb je m’n mobiele nummer. Emma wil graag een keertje met je dochter afspreken, maar het gaat de komende weken echt niet lukken. Bel me binnenkort maar even, doeidoei!’ Ik kijk naar het kaartje: drs. en consultant, werkzaam bij een organisatieadviesbureau. Ja ja, ieder z’n vak.
Hoi Annemieke,
Hij is weer leuk en zoooo herkenbaar, dit soort taferelen valt mij al niet eens meer bewust op maar als je het zo leest klopt het precies, en gaat het echt zo. Ik heb erg gelachen om je collumn.
groetjes karin.