Fantastic Life

Verlicht

december 20th, 2009 | RSS Feeds | Geplaatst in: Columns 2009, december

Het begint te schemeren en de autolampen verlichten een glibberig spoor van ijs en sneeuw. Voorzichtig schakel ik terug en probeer niet te remmen. In het kanaal naast de weg glimt het donkere ijs. Ik houd mijn blik stijf gericht op de weg. Mijn gedachten dwalen af naar wat te doen als je met auto en al in het water terechtkomt. Moet je onder water nou naar het donkere gat zwemmen of juist naar het licht toe? Ik schuif de stoel nog wat naar voren en volg de achterlichten voor me.Het gebouw van de afdeling Radiotherapie ligt verstopt achter het ziekenhuis, dichtbij de inrit voor het laden en lossen van goederen. De auto parkeer ik naast een roestige container. Ik stap over de ribbels vastgevroren sneeuw en loop naar de verlichte ingang, mijn afsprakenkaart losjes in mijn jaszak. Onderweg passeer ik twee laboranten. Beiden hebben in hun armen een doos, versierd met rood papier en kleine Kerstmannetjes. Binnen zet ik mijn kaart in het plastic bakje naast de deur. In de koffiehoek, die wordt verlicht door een kleine knipperende kunstboom, zit een vrouw. Tegen haar stoel leunt een wandelstok. Naast haar een man met een wit logo op zijn donkerblauwe jack. Een legitimatiebewijs van een taxibedrijf zie ik nu, met insteekhoes en al op zijn revers geprikt. Op de leestafel ligt een twee dagen oude Metro, meer bedoeld om doorheen te bladeren dan om te lezen. Mijn mond voelt droog aan, ik kijk naar een koffieautomaat. ‘Ze hebben hier goede koffie hoor’, zegt de vrouw. Ik knik en mompel dat ik wel snel aan de beurt zal zijn. Een jonge laborant haalt mij op. Met mijn warme sjaal nonchalant over mijn blote schouders lopen we door een lange gang. Ik voel dat mijn wangen gaan gloeien. De behandeltafel staat midden in een grijze ruimte vol apparaten. Met mijn armen achter mijn hoofd in twee steunen, wacht ik op wat gaat komen. Er wordt wat geschoven en gesjord. De laboranten verdwijnen achter een glazen wand. Rondom mij beginnen kleine infrarode lampjes te branden en het bestralingsapparaat schuift langzaam naar mij toe. Vanuit mijn ooghoeken zie ik een korrelig beeldscherm, in zwart-wit mijn borst met lijnen. In het groen staat een lange reeks getallen. Het licht gaat aan. De laboranten komen binnen en de tafel wordt opnieuw ingesteld, nu een ander ‘veld’. Vanuit mijn positie geef ik hen antwoord zonder ze te zien. Het licht gaat weer uit. Ik sluit mijn ogen en wacht op het gezoem. ‘We zijn klaar, u kunt ervan af komen.’ Ik wacht niet totdat de tafel lager staat, grijp mijn cashmere sjaal en haast mij naar de kleedkamer. ‘Heeft u nog vragen?’, vraagt de laborant. ‘Nee, eigenlijk niet’, antwoord ik zo neutraal mogelijk. ‘Ging prima zo. Beetje koud hier. Prettige avond nog.’ Ik knik nog even naar de man in de wachtruimte. Mijn laarzen klakken ritmisch over het marmoleum naar de uitgang. Buiten is het nu echt donker geworden. Onder de lampen van de ingang knoop ik mijn jas hoog dicht en ril. Voorzichtig stap ik over de parkeerplaats dat in het gele licht van de lantaarn wel wat weg heeft van een verlaten ijsbaan. In de auto pak ik mijn kaart en streep de afspraak van vandaag door. Nog twintig te gaan. Voor de slagbomen staat een auto te wachten, achterin ligt een grote doos. Dit keer met groen papier en donkergroene kerstboompjes.

Stem of voeg toe aanUitleg over het gebruik van deze icons :  Plaatsen/stemmen op NUjij Plaatsen/stemmen op eKudos Plaatsen/stemmen op MSN Reporter Plaatsen/stemmen op Digg Toevoegen aan Symbaloo Stumble it! Voeg dit artikel toe aan Del.icio.us Voeg toe aan je Google bladwijzers Abonneer je op de RSS-feed van deze site
Due to some reason, comments on this entry has been disabled.