Spanning
september 3rd, 2013 | RSS Feeds | Geplaatst in: Columns 2013, Krabbels over kankerSnibbig antwoord de secretaresse: ‘ Nee, voorlopig hebben we geen plaats, alleen voor spoedgevallen.’ Ik ben sprakeloos. Geen scan? Geen afspraak? Dat betekent geen informatie hoe mijn behandeling verder gaat. Verbijsterd druk ik de telefoon uit. Het regelen van een simpele afspraak resulteert in verdriet en leegte. In huis is het stil, de kinderen zijn naar school, de vakantie is voorbij en iedereen is weer aan het werk. Pijnlijk besef ik hoe afhankelijk ik ben van mijn omgeving. Een afhankelijkheid die ik nooit eerder zo voelde. Ik ben altijd heel goed in staat mezelf te redden. Totdat je hoort dat je niet meer beter wordt. De onzekerheid slaat toe, wat staat ons te wachten. Ik wil nog zo veel en weet dat het steeds minder wordt. Wat is de zin van het leven en waar kan ik kracht uit putten? Het duizelt in mijn hoofd. Met een vooruitzicht van een week vol onderzoeken woel ik ‘s nachts in bed. Overdag vinden er hele gesprekken in mijn hoofd plaats. Met de internist, de chirurg, mijn familie. Wat krijg ik te horen, is het niet goed of kan ik toch weer verder. Een week geleden, tijdens een rustperiode van drie weken riep ik nog dat ik me goed en fit voelde, dat het niet anders kan zijn dan dat de chemo nog altijd effectief is. Nu met alle spanning en onzekerheid slaat de twijfel toe. Ik schud mijn hoofd. Ik probeer de sluipende beelden van een slecht nieuwsgesprek stop te zetten. In de ruimte die ontstaat spreek ik mezelf toe: het is allemaal oké, deze spanning en onzekerheid is heel normaal. Ook hier komt een einde aan. Dan word ik teruggebeld. Een verpleegkundige excuseert zich voor het botte gedrag van haar collega. Rustig luister ik naar haar uitleg en verhaal. Die scan komt er, ik zal worden gebeld door een ander ziekenhuis en de evaluatie komt er ook. Gerustgesteld pak ik de dingen weer op. Misschien is dit de zin van het leven, genieten van alles wat nog wel kan en accepteer de boosheid en het verdriet. Het is even slikken maar het lucht enorm op.